De vierdaagse van Nijmegen is en blijft een bijzonder gebeuren. Het is of er één grote familie van ruim 45.000 mensen op pad is in een heerlijke sfeer vol vriendelijkheid, saamhorigheid en vrolijkheid. Daarnaast is het enthousiasme groot van de mensen ‘langs de kant’, die blijven aanmoedigen en iedere wandelaar het beste wensen of iets lekkers toestoppen. Het lange lint van wandelaars genoot van deze opnieuw bijzondere editie van het grootste wandelevenement. Dat gold ook voor de Ootmarsummers of hen, die roots hebben liggen in de Siepelstad. Bijna allemaal hebben ze finish gehaald en daar hebben we diep respect voor. Ook het vierde en laatste verslag komt uit de pen van Alphons Weierink, die we heel hartelijk willen danken voor zijn bijdrages om dit evenement ook voor onze lezers beeldend te maken en dichterbij te brengen.
Ootmarsum liet zich weer zien op volksfeest in
Nijmegen met ware apotheose op de Via Gladiola
“En ineens loop ik alleen. Al na 500 meter besluit mijn loopmaat Jos Dijkhuis uit te stappen. Teveel last van een blaar c.q. open wond onder zijn voet. De fikse regenbui van woensdagmorgen vlak voor de start heeft zijn tol geëist. Jammer, maar wel verstandig. Je moet luisteren naar je lichaam. De Tour wacht op niemand en de Vierdaagse ook niet.
Het is wel even een domper zo aan het begin van wat een feestelijke vierde dag van de Nijmeegse Vierdaagse moet worden. En dat wordt het ook. We spreken af elkaar terug te zien op de Via Gladiola. Voor de derde achtereenvolgende dag lopen we de eerste kilometers langs de Radboud Universiteit Nijmegen. We zien veelal dezelfde mensen, die voor hun huis langs de route staan of zitten om de wandelaars langs te zien komen.
Blij
Zoals de vrouw, die zichtbaar en hoorbaar net wakker is, met een kop koffie in de hand. Maar wel alle voorbijkomende wandelaars continu met een ‘goedemorgen’ verwelkomt. En zo ook langs de vrouw die voor de derde achtereenvolgende dag van de partij is in haar versierde tuin en woning. Vandaag in het oranje; de kleur van de vierde dag. Ze doet dit al ‘tientallen jaren’ omdat ze dat ‘gewoon leuk’ vindt. Voor de wandelaars en voor haarzelf. ,,Ik word er blij van en de wandelaars ook.”
De eerste kilometers voltrekken zich in relatieve rust al staan of zitten wel weer veel mensen langs de straat richting Hatert.
Ik passeer een man, die op klompen loopt. Op klompen? Ja, op klompen. Je moet het willen, je moet het kunnen. Ik doe het hem niet na. Dat geldt ook voor de doedelzakspeler, die ik achterop kom. Altijd weer bijzonder om deze Schotse muziek te horen. En daarbij ook nog eens 30 kilometer te lopen; vier dagen lang.
Trots
Ik passeer twee lopers van Molukse afkomst, zo vertellen ze mij desgevraagd. Ze dragen beide twee vlaggen mee. Een Molukse vlag en een vlag van West-Papoea. Ze lopen daarmee in de geest van hun ouders: vader is geboren op de Molukken en moeder in West-Papoea. Ze lopen er niet mee te koop, maar zijn trots op hun afkomst. De vlaggen zijn ook stiekem een beetje een protest. Want: ,,Nederland heeft 400 jaar Indonesië en dus ook de Molukken uitgebuit maar de regering heeft daar nooit haar excuus voor aangeboden. Wel voor 200 jaar slavernij. Wij wachten er nog steeds op, het gaat ons om de erkenning van wat Nederland ons heeft aangedaan.”
Het weer is veel beter dan was voorspeld; niet de voorspelde bewolking maar de zon is in vorm. Mede daarom loop ik met een brede lach op mijn gezicht mijn kilometers. Ik geniet van de rust in de wetenschap dat in de laatste 10 kilometer het ‘geweld’ losbarst. Op de smalle dijk langs de Maas richting Heumen is het dringen geblazen. Het is moeilijk om mijn eigen tempo vast te houden. En de zon schijnt ook nog eens onbarmhartig op de lopers. Er is geen zuchtje wind.
Herberg
In Heumen maak ik graag van de gelegenheid gebruik om te pauzeren. Midden in het oude en gezellige dorpscentrum; op het terras van herberg Kanaalzicht. Een betere keuze had ik niet kunnen maken. Ik ga 100 jaar terug in de tijd. Zo’n café moet je koesteren. De plaatselijke fanfare zorgt op het dorpsplein voor muziek. Ik ga naast een vrouw zitten met een glas bier voor zich. ,,Het is nog 11 kilometer, kan dat wel, een biertje?”, vraag ik haar. ,,Ja hoor”, antwoordt zij goedgemutst. ,,Ik loop al 20 jaar mee en drink hier altijd op de laatste dag een biertje.” Ze neemt twee slokken en het glas is leeg. En daar gaat ze, op weg naar Malden en Nijmegen. Ik neem voor de zekerheid toch maar koffie.
Beloofde land
Alle pijntjes en stramme spieren verdwijnen in Malden als sneeuw voor de zon. Dit is het ‘beloofde land’. Hier begint het waar iedereen al die dagen naar uit heeft gezien. De muziek komt ons van verre tegemoet en langs de kant is overal publiek dat iedereen aanmoedigt. Opnieuw de typische Vierdaagse-sfeer in optima forma. Hier ook tal van ‘Ootmarsummers’, die de lopers komen aanmoedigen op de laatste kilometers. Traditiegetrouw Ans en Toon Bruns met hun kinderen en kleinkinderen. Voor de zekerheid hebben ze een kartonnen plaatsnaambord gemaakt.
Ik tref hier voor het eerst ook de burgemeester van de gemeente Heumen waar Malden onder valt: Joerie Minses. De goedlachse burgemeester gaat graag met mij op de foto. En nee, hij is nog nooit in Ootmarsum geweest, maar heeft er wel van gehoord. ,,Ligt dat niet in Friesland?” Hij belooft zijn omissie goed te maken. ,,Ik kom graag een keer langs”.
Gezellig
Het thuisfront meldt zich hier ook. We mogen van de ontvangstruimte voor de gasten van de provincie Gelderland gebruik maken. De commissaris van de koning is er niet; nog niet. Het is zijn eerste Vierdaagse in zijn functie en natuurlijk loop je dan zelf mee. Na een lekker broodje en blikje sinas weer op pad. Te lang zitten, is niet goed voor mij. Vlak voor Nijmegen zie ik in de verte het bekende blauwe plaatsnaambord van Ootmarsum. En ja hoor, Koert Weustink en Linda Oosterhuis zijn paraat en gastvrij. Rudy Feldman en Annet Kruiper zijn er al en Mathilde en René Krop melden zich ook. Het wordt gezellig. Maar de Via Gladiola wacht.
Grandioos verloop
Het woord apotheose doet hier in alles recht aan wat er gebeurt. Eén feestende en deinende massa. Dit is Nijmegen op zijn allerbest. Hier krijgen de lopers de beloning, die hen toekomt. Ik tref er Jos Dijkhuis aan, die zijn teleurstelling over het noodgedwongen uitstappen eerder deze dag net na de start heeft verwerkt. Met een biertje. En dan is het nog zo’n tweehonderd meter naar de eretribune met genodigden onder wie de gastheer van Nijmegen, burgemeester Bruls. Hij verandert niets; hij draagt met trots de ambtsketen en een das in de stadskleuren van Nijmegen. Bruls is dik tevreden over het ‘grandioos verloop’ van de Vierdaagse. Zijn voorlichter maakt de foto.
Na de finish is het nog maar een klein stukje naar de Wedren. Ineens zit het erop. Met een goed en voldaan gevoel laat ik mijn polsbandje scannen. Ik krijg een goudkleurige ‘3’ voor op mijn eerder verkregen Vierdaagse Kruisje. Ook de andere lopers uit Ootmarsum wandelen achter elkaar binnen. De vrolijke en trotse finishfoto’s komen in rap tempo binnen. Ook Freek Keupink haalt de finish, ondanks een sluimerende blessure. Op Jos na heeft iedereen het gehaald.
Volksfeest
Het polsbandje kan weer af. Dat is even wennen, want het gaf je de afgelopen dagen toch een bepaalde ‘status’ in Nijmegen. Je maakte deel uit van die grote familie van wandelaars. En ik moet eerlijk zijn: ik heb met volle teugen genoten van al die mensen en van al die vriendelijkheid, vrolijkheid en saamhorigheid. Het was een fantastisch volksfeest. Mede ook dank zij de Ootmarsumse inbreng.
- Alphons Weierink