CDA Dinkelland heeft vragen aan het college gesteld over de achterblijvende woningbouwproductie en de vertraging van belangrijke bouwlocaties, zoals Rossum‑Noord fase 2. De partij benadrukt dat zij de inzet van het college waardeert, maar dat de resultaten achterblijven bij de ambities.
‘’We zien dat het college stappen zet om woningbouw te versnellen, bijvoorbeeld door procedures parallel te plannen. Dat is positief’’, zegt CDA-raadslid Erik Hemmer. ‘’Maar als je vervolgens kijkt naar de daadwerkelijke woningbouw, dan lopen de cijfers achter. In 2024 zijn er minder woningen toegevoegd dan in 2017, 2018 en 2020. Dat is moeilijk te rijmen met de boodschap dat er nog nooit zoveel is gebouwd.’’ De CDA-fractie baseert zich op een gemeentelijke memo over ‘planproductie woningbouw’.
Volgens CDA Dinkelland is de urgentie juist nu het hoogst. De vooruitblik richting 2032, waarin wordt uitgegaan van 950 nieuwe woningen, is positief, maar vraagt om realistische planning en het daadwerkelijk benutten van bestaande bouwlocaties. Hemmer: ‘’Tegelijkertijd is dit beeld van 950 woningen anders dan de eerdere positieve berichten in de media, waar de wethouder over het bouwen van 1100 woningen sprak. Wat is juist?’’
Daarnaast maakt de partij zich zorgen over de stagnatie van bouwlocaties. Vooral Rossum‑Noord fase 2 blijft al jaren liggen, terwijl woningzoekenden in Rossum dringend op nieuwe kavels wachten. ‘’Het college gaf eerder aan dat de kaveluitgifte eind 2025 zou starten, maar dat is niet gebeurd’’, zegt raadslid Marc Smellink uit Rossum. ‘’We horen over belemmeringen, zienswijzen en ecologische maatregelen, maar ondertussen gebeurt er niets. Dat is voor woningzoekenden niet uit te leggen.’’
Smellink benadrukt dat CDA Dinkelland niet tegen ecologische maatregelen is, maar wel vindt dat de gemeente scherper moet afwegen wat écht nodig is. ‘’We moeten voorkomen dat woningbouw jarenlang vastloopt door regels, die misschien anders kunnen worden ingericht. Het gaat om balans. Woningzoekenden verdienen duidelijkheid en voortgang.’’
CDA Dinkelland vraagt het college daarom onder meer waarom de woningbouwproductie in 2024 achterblijft bij eerdere jaren en wat de actuele stand van zaken is rond Rossum-Noord fase 2. Ook willen de CDA’ers weten of het college bereid is scherper te prioriteren wanneer ecologische maatregelen of het behandelen van zienswijzen woningbouw langdurig vertragen.
Hemmer besluit: ‘’We willen vooral dat de gemeente de regie pakt. De plannen liggen er, de behoefte is groot. Nu moeten we zorgen dat we samen tempo maken.’’
Hieronder het schrijven van de CDA-fractie aan het college
Onderwerp: Schriftelijke vragen inzake woningbouw in Dinkelland Datum: 23 december 2025 Geacht college, Op grond van artikel 35 van het regelement van orde van de raad hebben wij de volgende vragen over woningbouw in Dinkelland. CDA Dinkelland maakt zich zorgen over de woningbouw in de gemeente. Wij zijn blij dat het college zich voor versnelling van de planproductie heeft ingezet, onder andere door het parallel plannen van procedures. Tegelijkertijd ziet CDA Dinkelland dat de daadwerkelijke woningbouwproductie achterblijft bij de ambities. Hoewel de coalitie stelt dat er nog nooit zoveel woningen zijn bijgebouwd, laten de cijfers in de gemeentelijke basisadministratie een ander beeld zien: in 2024 zijn er minder woningen toegevoegd dan in 2017, 2018 en 2020. Dat valt tegen, zeker omdat de urgentie nu het hoogst is en omdat college en raad hebben uitgesproken dat er stevig moet worden ingezet op voldoende en betaalbare woningen. De vooruitblik richting 2032, met een geplande toevoeging van 950 woningen, is positief maar vraagt om realistische planning en het daadwerkelijk benutten van bestaande bouwlocaties. Tegelijkertijd is dit beeld van 950 woningen anders dan eerder in de krant stond, namelijk dat er tot 2032 de bouw van 1000 woningen staat gepland. Jammer genoeg kan het college (nog) niet aangeven hoeveel woningen in 2025 zijn bijgebouwd. Daarom is het goed dat er aan een monitoringssysteem wordt gewerkt. Tegelijkertijd ziet CDA Dinkelland dat belangrijke grondposities, zoals Rossum-Noord fase 2 en Bögelscamp in Denekamp, al jaren niet van de grond komen. Het college gaf eerder aan dat de kaveluitgifte in Rossum eind 2025 zou starten, maar vermoedelijk door belemmeringen en zienswijzen is de kaveluitgifte niet gestart. CDA Dinkelland vindt dat de gemeente kritischer naar belemmeringen voor woningbouw moet kijken, zodat dit soort plannen niet onnodig vertragen. We hebben daarom de volgende vragen aan het college: 1. Kan het college toelichten waarom het aantal daadwerkelijke toegevoegde woningen in 2024 achterblijft bij eerdere jaren, ondanks de ambitie om juist te versnellen? 2. Hoe verklaart het college het verschil tussen de positieve boodschap over woningbouwproductie in de krant en de cijfers uit de memo ‘planproductie woningbouw’ van 10 december jongstleden? 3. Wat is de actuele stand van zaken rondom Rossum-Noord 2e fase en welke stappen zijn sinds de eerdere toezeggingen aan woningzoekenden in Rossum daadwerkelijk gezet? 4. Is het college bereid om scherper te prioriteren wanneer ecologische maatregelen, spuitvrije zones of zienswijzen woningbouw (langdurig) vertragen en hoe wordt die afweging gemaakt? 5. Hoe zorgt het college ervoor dat bestaande grondposities sneller worden benut, zodat inwoners niet jarenlang op nieuwe woningen moeten wachten? Wij zien uw antwoorden met belangstelling tegemoet.
Met vriendelijke groet, namens CDA Dinkelland
Erik Hemmer
Marc Smellink













