Vereniging Heemhuis neemt afscheid van Arie Semmekrot

“Arie, we zijn supertrots op jou,” klinkt het door de zaal bij hotel van der Maas. Het zijn de afsluitende woorden van voorzitter Nettie Aarnink tijdens de Algemene Ledenvergadering van de vereniging Heemhuis Ootmarsum.

Het bestuur en de leden namen afscheid van secretaris Arie Semmekrot, die vanaf 2010 zitting heeft gehad in het bestuur. “Het was een memorabel jaar toen jij toetrad tot het bestuur en niet alleen voor onze vereniging,” lacht de voorzitter. “Je bent een man van stavast, die veel zakelijke en bestuurlijke contacten onderhield. Wat is onze vereniging zonder Arie Semmekrot, want in jouw bestuursperiode is er veel gerealiseerd. Denk maar eens aan de restauratie van het Molenhuisje en de fusie tussen de Ben Morshuis stichting en de Heemkunde. Maar ook in de ‘kleine’ dingen was je een groot man en daarvoor zijn we je zeer erkentelijk,” spreekt Nettie Aarnink lovende woorden aan het adres van de scheidende secretaris.
Voor een goed gevulde zaal werden de diverse jaarstukken besproken. Een mail van de Albergse Tilly Hesselink, onder meer voorzitter van de Twentse Krans en heel erg betrokken bij de geschiedenis van Noordoost Twente, gaf de onderlinge raakvlakken aan tussen de diverse actieve heemverenigingen in deze regio. In haar mail bedankte ze de jarenlange vriendschap, die al stamt vanaf 1975.
Het nieuwe, beoogde onderkomen van de vereniging Heemhuis is het Poorten Frederick gebouw. Er is al door vrijwilligers heel hard gewerkt, maar de afronding heeft nog niet plaatsgevonden. “Dat heeft alles te maken met de vergunning, want het is een monumentaal gebouw en dus is succes en geduld vereist,” laat Nettie Aarnink weten. Verder roept de Heemhuis preses op om foto’s en ander beeldmateriaal door te geven aan de fotowerkgroep van deze vereniging om zo waardevol beeldmateriaal niet verloren te laten gaan. “Wees op deze wijze een ambassadeur voor onze Vereniging,” aldus Nettie Aarnink.
Penningmeester Hans Bolscher gaf een helder overzicht van de financiële situatie van de vereniging Heemhuis. Elise Leeuwenkuil en Gerard Hassink hebben als kascommissie de financiën gecontroleerd en geven de penningmeester en dus ook het bestuur decharge voor wat betreft de voorgelegde exploitatie en begroting.

 

 

Na het gedeelte met de jaarverslagen en het aftreden van Arie Semmekrot volgde er een boeiend relaas van Cor Trompetter. Als voorlopig sluitstuk van zijn onderzoek publiceerde hij vorig jaar ‘Geschiedenis van Twente 1528-1870. Van oorlogsgebied tot industrieel centrum’. Tijdens deze Heemhuisavond waren ook collega-verenigingen uitgenodigd.

Na de pauze werd de zaal bij van der Maas volledig gevuld met belangstellenden. In zijn lezing ging Trompetter vooral in op de periode rond 1600 toen Twente in de frontlinie lag van de 80-jarige oorlog. “Om dit boek te kunnen samenstellen, is een zoektocht geweest. Je worstelt je door menig archief om daar soms niets te vinden of kleinen aanknopingspunten, die je met andere gegevens kunt combineren. Het is het construeren van het verleden. Boeiend, maar tijdrovend. Over Ootmarsum heb ik niet echt veel gevonden, maar dat geldt voor meerdere plaatsen in Twente. Wel heeft dit stadje in die periode een groep breukmeesters gehad. Zij spraken recht over kleine overtredingen. In het oosten is trouwens in die 80-jarige oorlog veel langer gevochten dan in het westen of zuiden. Er was twijfel in Twente om een keuze te maken tussen het Spaanse koningschap of de Oranjes oftewel het katholicisme of het protestantisme. Het leidde tot de nodige rooftochten, een boerenopstand en daarna de zogeheten ‘vuile oorlog’. Het platteland heeft hier destijds veel geleden, maar de rechtspraak is echter doorgegaan en dat is toch een dapper gegeven,” vertelt Cor Trompetter.

‘Ootmarsum een kleine stad in een grote wereld’
In die tijd was 30 tot 40% van Twente nog bebost, maar toen al werd er veel gekapt. In deze tijd is pakweg 3 tot 5 % nog bebost in Twente. Dat hout werd grotendeels vervoerd naar het westen waar men er veelal schepen mee maakte. “Ootmarsum was destijds een kleine stad in een grote wereld, die nog voor een deel ontdekt moest worden. De rechtspraak zat hier wel, maar gevangenisstraffen werden niet of nauwelijks uitgedeeld. Mensen konden hun straf afkopen en dat gold bijvoorbeeld ook om plunderingen te voorkomen. Twente bleef als het ware een scharnierfunctie behouden tussen oost en west. Uiteindelijk is dat wel belangrijk geweest voor de Twentse economie.
Er was toch wel veel moord – en doodslag en daarnaast was er ook nog de tovenarij, die zijn invloed op de mensen had. De bevolking leed natuurlijk onder de oorlog, maar probeerde er toch het beste van te maken. Waar het maar enigszins mogelijk was, vond het gewone leven doorgang,” aldus Trompetter.

Ruim een uur lang wist de schrijver van de Geschiedenis in Twente de aanwezigen te boeien met mooie anekdotes, feiten en voorbeelden hoe het leven er in die 80-jarige oorlog verliep. Voorzitter Nettie Aarnink vertelde diep onder de indruk te zijn van dit relaas. Met een welgemeende handdruk en een passend cadeau bedankte ze Cor Trompetter voor zijn bijdrage en sloot daarmee deze geslaagde avond af.

< Vorig / Volgende bericht >