Toch nog winter en dus grote kans op gladheid

Voor velen is het geen pretje om te rijden op gladde wegen door ijzel of sneeuw. De voorspellingen zijn heel duidelijk dat het vanavond en vannacht en ook morgen gaat sneeuwen en gecombineerd met een harde, snijdende  oostenwind lijdt dat tot gevaarlijke situaties op de weg. Voor zondag heeft de KNMI code rood afgegeven en deze begint om 0.00 uur. Vanuit het zuiden trekt momenteel een sneeuwgebied naar het noorden en dat kan in onze regio Twente leiden tot zo’n 10 tot lokaal 15 centimeter sneeuw.  Door de stevige oostenwind is er sprake van een sneeuwjacht. Hierdoor kunnen er sneeuwduinen ontstaan die voor het verkeer gevaarlijke situaties opleveren. Bovendien is het zicht in de sneeuw slecht, mogelijk minder dan 500 m, en is het voor het gevoel snijdend koud. Wie niet de weg op hoeft, wordt dan ook aangeraden om thuis te blijven.
Noaberkracht, die in de gemeente Tubbergen en Dinkelland het strooibeleid uitvoert, heeft nog 300.000 kilo strooizout op voorraad. Zeven ploegen staan paraat, waarvan er zes deel uitmaken van Noaberkracht. Ook heeft de dienst de beschikking over drie sneeuwschuivers. De veiligheid is het uitgangspunt en daarbij wordt zeker ook gedacht aan de hulpdiensten, die bij calamiteiten toch snel ter plekke moeten zijn.

Rijden bij gladheid
De ANWB heeft altijd een aantal richtlijnen om te rijden op gladde wegen. Daarvoor heeft het een vijftal tips.

1.Houd afstand
Het ligt enorm voor de hand: houd afstand. Vuistregel: halveer je snelheid en verdubbel de afstand tot je voorganger – net zoals je bij mist zou doen. Die extra meters geven je meer tijd en ruimte om te reageren op onverwachte gebeurtenissen. En – niet onbelangrijk – degene achter je ook. Bij invoegen geldt hetzelfde. Neem de tijd en de ruimte om rustig, met gepaste snelheid in te voegen.

2. Kijk ver voor je uit
Kijk ver voor je uit, dan stuur je meestal vanzelf in de goede lijn en zie je eerder welke mogelijke problemen er op je pad komen. En ook dat gaat beter als je niet te dicht achter je voorganger rijdt.

3.Trek rustig op
Soms is optrekken vanuit stilstand al meteen een uitglijder. De banden hebben dan moeite om grip te vinden. Wegrijden in de tweede versnelling kan helpen. Geef weinig gas en laat de koppeling heel rustig opkomen. Doe al je handelingen rustig en met beleid: stuur gelijkmatig, rem niet abrupt, stuur bochten niet te scherp in.

4.Remmen: soms hard
Moet je een noodstop maken, dan wil je dat het ABS (antiblokkeersysteem) optimaal functioneert. Als het ABS werkt, remt de auto maximaal af zonder dat de wielen blokkeren zodat je kan blijven sturen. ABS werkt alleen bij maximale remdruk, oftewel als je het rempedaal tot op de bodem blijft intrappen. Ga dus niet ‘pompend’ remmen. Schrik niet als het rempedaal onder je voet begint te trillen en je rare geluiden hoort: dat hoort erbij.

5. Blijf alert, ook mét winterbanden
Is het glad door sneeuw en heb je zomerbanden onder de auto zitten, ga dan niet op pad. Met winterbanden kun je eventueel wel de weg op, maar winterbanden zijn zeker geen totaaloplossing voor winterse problemen! Als je twee keer zo hard rijdt, is je remweg normaal gesproken vier keer zo lang. Bij gladheid wordt dat nog versterkt. Winterbanden mogen een kortere remweg hebben dan zomerbanden, als je hard rijdt, wordt dat effect volledig opgeheven.

De ANWB  helpt ook een fabeltje uit de wereld helpen. De bandenspanning verlagen zou handig zijn bij gladheid. De banden maken daardoor meer contact met de weg en dat zou moeten resulteren in extra grip. Helaas: te zacht opgepompte banden gaan ten koste van de stabiliteit. De zachtere structuur van winterbanden verergert dat ook nog eens. Om winterbanden optimaal te laten functioneren, is de juiste bandenspanning nóg belangrijker.

< Vorig / Volgende bericht >