De jaarvergadering van Heemhuis Ootmarsum werd dit keer gecombineerd met een gouden lezing. Na de pauze kregen Gerben ten Buuren en Jan Willem de Kort het woord om te vertellen over de gouden schatvondst op het Springendal. Mede door hun inbreng werd het een topavond waar ruim 80 belangstellenden van genoten hebben.
Voorzitter Nettie Aarnink opent de vergadering en heet alle leden, donateurs en vrienden welkom. Tevens een welkom aan vertegenwoordigers van de historische kring Vasse, Mander en Hezinge, Heemkunde Manderveen, Heemkunde Denekamp, mevrouw T. Hesselink uit Albergen, de Archeologievereniging Twente (AWN afdeling 19) en de beide sprekers Jan-Willem de Kort van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed en Gerben ten Buuren coördinator van de archeologie werkgroep met zijn maten Martin van der Beek en Linda Elfrink.
De voorzitter stelt Hans Bolscher voor als de nieuwe penningmeester nu Heemkunde met BMS ‘tehoap vedan goat’. Ook wijst ze aanwezigen op de expositie van Ben Horsthuis (1918-1998), geboren in Oud-Ootmarsum en meester-illustrator, in het Educatorium en de beide kerken.
Na enkele mededelingen over Poorten Frederik volgt er een deskundige toelichting op het financiële verslag door huidige penningmeester Arie Semmekrot. Jan Weierink geeft het advies van de kascommissie om acquit en décharge te verlenen aan het bestuur voor wat betreft het financieel jaarverslag. Daarna licht Arie de begroting toe en ontvangt applaus. Jan Raatgerink meldt twee bijzondere schenkingen voor de rondvraag: een doosje met munten gevonden in Hezingen voor de werkgroep Archeologie en een collectie zilveren munten. Onze nieuwe penningmeester neemt deze graag in ontvangst.
Na de pauze luistert de bomvolle zaal geboeid naar het fascinerende verhaal van de amateurarcheoloog Gerben ten Buuren over de goudvondst op het Springendal. “Het is niet van mij, niet van ons, het is historisch erfgoed”, aldus Gerben. Na de melding van de vondst is hij blij verrast dat hij mee mocht doen met het vervolgonderzoek. En hoe hij vakkundig nieuwsgierige voorbijgangers om de tuin leidde door te veinzen dat hij met zijn piepstok op zoek was naar munitie. In het Jaarboek 2022 staat zijn prachtige verhaal beschreven en geïllustreerd (te koop bij boekhandel Brummelhuis €10).
Jan Willem de Kort neemt het vervolgens over en vertelt over het nader veldonderzoek dat hij samen met Gerben, Martin en Linda uitvoerde en hoe hij deze vondst duidt in het licht van andere vondsten in Europa. Het is met grote zekerheid geen grafgift omdat er geen sporen van een nederzetting in de buurt zijn gevonden. Ook geen bewaar- of rampschat (waardevolle spullen, die men in een noodsituatie begraaft en die niet meer worden opgegraven). Dus betreft het met redelijke zekerheid een rituele schat op een cultusplaats. Het goud is waarschijnlijk omgesmolten goud uit Constantinopel, toen de hoofdstad van het Romeinse rijk. Munten met het hoogste goudgehalte zijn het oudst.
Het onderzoek bracht sporen van oude wegen en paalsporen van dikke en dunne palen nabij de vindplaatsen op de stuwwal aan het licht. Rondom een dikke veldkei, die later begraven is vond men sieraden. Door pollenonderzoek denkt men dat het toen, vroege middeleeuwen 7eeeuw, ook al een open veld is geweest. De naam Weersink duidt waarschijnlijk op toezichthouder van landweren. Twente met zijn bewoners is interessant en oud, heel oud.
De voorzitter dankt de sprekers, spoort hen aan de jeugd te inspireren met hun spannende verhalen en overhandigt hen namens de vereniging een heerlijke fles wijn.