November als Maand van het Digitale Erfgoed

In november is het weer zover! De maand waarin het behoud en de ontsluiting van digitaal erfgoed centraal staan. In de provincie Overijssel is deze periode aangegrepen om aandacht te vragen voor digitale collecties, archieven en innovaties in lokale musea, archiefinstellingen en bij erfgoedgemeenschappen. Tijdens de Maand van het Digitaal Erfgoed kunnen professionals, vrijwilligers en cultuurmakers deelnemen aan webinars, workshops en reflectiesessies over digitalisering en publiek gebruik.

In landelijke en historische gebieden zoals Ootmarsum blijkt dit bijzonder relevant. Hier vind je kleine musea, gemeentelijke archieven en streekgebonden collecties die traditioneel van papier of analoge vorm zijn en voor wie digitalisering een nieuwe kans biedt. Denk aan het Openluchtmuseum Ootmarsum, waar het ambacht van papierscheppen nog steeds gedemonstreerd wordt. Dit proces biedt niet alleen inzicht in techniek en traditie maar benadrukt ook hoe belangrijk het is dat zulke verhalen duurzaam bewaard worden en digitaal toegankelijk zijn.

Digitale toegankelijkheid voor iedereen
In landelijke en historische gebieden zoals Ootmarsum is digitaal erfgoed niet alleen een hulpmiddel, maar een manier om cultuur zichtbaar te houden voor toekomstige generaties. Lokale musea en gemeentelijke archieven werken aan digitale platforms die verhalen toegankelijk maken voor mensen binnen én buiten de regio. Het laat zien hoe digitalisering inclusiever kan worden, net zoals moderne online diensten dat doen. Bij online casino’s zie je hetzelfde principe terug: gebruiksgemak en toegankelijkheid worden verbeterd zonder de kern te verliezen. De Escapist Magazine-gids voor een casino zonder iDIN toont hoe digitale vooruitgang privacy kan respecteren terwijl de ervaring voor gebruikers eenvoudiger en veiliger wordt.

Waarom digitaal erfgoed belangrijk is in platteland en historische dorpen
In gebieden zoals Ootmarsum, met haar boerderijen, molens en ambachten, is erfgoed vaak sterk verankerd in lokale gemeenschappen. Het gaat om gebouwen, gewoontes, ambachten en documenten die het karakter van het landschap mede bepalen. Digitale ontsluiting betekent dat deze verhalen deelbaar worden, ook buiten het dorp zelf. Gemeentelijke archieven en lokale musea kunnen via scans of digitale platforms hun collecties makkelijker delen met het publiek, onderzoekers en onderwijs. Een goed voorbeeld daarvan is de digital-first aanpak die in Overijssel wordt toegepast, waarbij collecties vanaf het begin geschikt worden gemaakt voor online gebruik, zodat oud papier, foto’s, kaarten of geluidsopnamen niet verloren gaan en toegankelijk blijven.

In zo’n setting is het geen luxe maar noodzaak: stel je voor dat een dorpsarchief wegvalt of dat een collectie alleen fysiek bereikbaar is. Digitalisering maakt het toegankelijk voor iedereen, onafhankelijk van locatie of mobiliteit. In Ootmarsum bijvoorbeeld krijgt het ambacht van papierscheppen extra kans als digitaal verhaal naast het fysieke. Zo ontstaat er verbinding tussen verleden en toekomst, tussen lokale identiteit en bredere netwerken van cultureel-technische kennis.

Het kruispunt van cultuur en techniek
Digitalisering is geen puur technische exercitie: het is ook een culturele opgave. Het gaat om ‘houdbaar, bruikbaar en zichtbaar’ maken van erfgoed, zoals het landelijke Netwerk Digitaal Erfgoed formuleert. Collecties moeten niet alleen worden gescand, maar voorzien van goede metadata, gekoppeld aan andere bronnen en gepresenteerd op manieren die voor publiek begrijpelijk zijn. Kleine musea en archieven in historische dorpen profiteren van samenwerking, kennisdeling en regionale datawerkplaatsen die ondersteunen bij het opschonen van data, standaardisatie en het opbouwen van publiek digitale platforms. Extra ondersteuning komt van digitaal-erfgoed-coaches die instellingen helpen bij het professionaliseren van hun digitale werkwijze.

Lokale archieven, musea en publiek
Voor musea in kleine dorpen gelden specifieke kansen én uitdagingen. Zij werken vaak met beperkt personeel en vrijwilligers, hebben fysieke collecties die gebonden zijn aan locatie en ontdekken dat digitale publieksbereik en ontsluiting nieuwe doelgroepen kunnen bereiken. Door tijdens de Maand van het Digitale Erfgoed extra aandacht te geven aan training, workshops en kennisuitwisseling, kunnen ook deze instellingen stappen zetten in digitalisering. In Overijssel is het beleidsdocument “De staat van erfgoed in Overijssel” een goed voorbeeld van hoe digitale catalogisering en lokaal erfgoed samenvloeien: er wordt expliciet genoemd dat ambachten zoals papierscheppen in Ootmarsum erkend zijn als immaterieel erfgoed, en dat digitalisering een rol speelt in borging en doorontwikkeling.

In deze samenwerking van cultuur én techniek wordt erfgoed niet alleen bewaard, maar ook vernieuwd en gedeeld. Door stedelijke én landelijke gebieden te verbinden met digitale middelen ontstaat een veerkrachtige erfgoedpraktijk die toekomstbestendig is.

< Vorig / Volgende bericht

Gerelateerde berichten

Hoe kleine gemeenschappen zich aanpassen aan nieuwe vormen van online vrijetijdsbesteding

Hoe kleine gemeenschappen zich aanpassen aan nieuwe vormen van online vrijetijdsbesteding

In kleine dorpen en stadjes verandert de dagelijkse dynamiek sneller dan veel mensen denken. Waar he...

Lees verder >
Samen Sterker in een Veranderende Wereld

Samen Sterker in een Veranderende Wereld

Ootmarsum, maar ook de omliggende dorpen en buurtschappen staan bekend om haar hechte gemeenschap, w...

Lees verder >
Een zakelijke autoverzekering combineren met wagenparkbeheer

Een zakelijke autoverzekering combineren met wagenparkbeheer

Heb je als ondernemer meerdere voertuigen rondrijden, dan is het vaak niet efficiënt om voor elk vo...

Lees verder >