De toenemende vergrijzing verhoogt niet alleen de druk op thuiszorg en mantelzorgers, maar zorgt ook voor een scheefgroei op de woningmarkt. CDA-raadslid Jeannette Paus-Weersink uit Saasveld benadrukt dat mantelzorg waardevol is, maar grenzen kent.
Toename van ouderen
De groep ouderen in de gemeente Dinkelland groeit de komende jaren naar verwachting met bijna 1.500 tot 2035. Het aantal ‘oudste ouderen’ (inwoners van 80 jaar en ouder) neemt ook met 900 fors toe in deze periode. Daarmee groeit in Dinkelland de komende jaren ook de behoefte aan passende woonvormen voor ouderen. Veel senioren blijven in hun ruime gezinswoning wonen, niet uit keuze, maar door een gebrek aan alternatieven. Om het passend woonaanbod voor ouderen te laten groeien heeft de gemeenteraad begin dit jaar de woonzorgvisie vastgesteld.
Mantelzorg
Toch blijven er bij CDA Dinkelland zorgen. ”Mantelzorg overkomt je. Iemand waar je van houdt, heeft zorg nodig en natuurlijk ga je dan zorgen. Mantelzorgers leveren een ontzettend waardevolle bijdrage aan onze samenleving. Wij moeten zuinig zijn op mantelzorgers, zodat zij het vol kunnen houden”, vindt CDA-raadslid Paus. Zij benadrukt dat niet elke oudere familieleden in de buurt of kinderen heeft. ”Mantelzorg kan niet alles oplossen”, stelt Paus. ”We moeten kijken naar nieuwe woonvormen die zorg en ondersteuning combineren, zonder dat ouderen of mantelzorgers volledig op zichzelf zijn aangewezen.”
Zorgbuurthuis
Een oplossing kunnen gecentreerde woonvormen zijn, waar ouderen samenwonen, elkaar ondersteunen en gezamenlijk zorg ontvangen. Paus-Weersink verwijst naar het woonerf in Ypelo, waar starters- en seniorenwoningen zijn samengebracht. Ook wijst ze op het zorgbuurthuis in Oss, een initiatief dat ouderen opvangt die niet in een verpleeghuis terechtkunnen, maar wel behoefte hebben aan gezamenlijke zorg.
‘’Voor hen is een zorgbuurthuis een prachtige oplossing.’’ Paus wil graag weten hoe het college tegen dit initiatief aankijkt. ‘’Is de gemeente bereid om in gesprek te gaan met (thuis)zorgorganisaties en mogelijke initiatiefnemers om een zorgbuurthuis of soortgelijk mogelijk te maken’’, vraagt zij aan het college.
Overeind houden van ouderenzorg
Daarnaast vraagt CDA Dinkelland of de gemeente bereid is om een faciliterende rol bij inwonersinitiatieven te spelen. Daarbij verwijzen zij naar Stichting ZOED in Deurningen, dat helaas is gestrand. ‘’Dit soort initiatieven helpen om de zorgkosten te verminderen. Eén van de weinige manieren om de ouderenzorg overeind te houden’’, vindt Paus. ‘’Er zijn veel voorbeelden dat als je aanklopt bij de gemeente, die je naar de zorgverzekeraar stuurt. Als je bij de zorgverzekeraar komt, stuurt die je naar het zorgkantoor. Het zorgkantoor stuurt je terug naar de gemeente. Initiatieven moeten niet van het kastje naar de muur worden gestuurd, maar actief worden ondersteund.’’
Paus-Weersink benadrukt de noodzaak van actie: ‘’We moeten vooruit kijken. Als we nu niets doen, laten we een grote groep ouderen in de kou staan en missen we kansen op doorstroming op de woningmarkt.’’ CDA Dinkelland hoopt op een constructief gesprek en een toekomst waarin ouderen en mantelzorgers niet worden gedwongen tot een onhoudbare thuissituatie, maar kunnen kiezen voor een woonomgeving die zorgzaam, samenredzaam en leefbaar is.
We hebben daarom de volgende vragen aan het college:
- Hoe kijkt het college naar de rol van de mantelzorger, gezien de toenemende vergrijzing en zorgvraag onder ouderen?
- Hoe kijkt het college naar gecentreerde woonvormen, zoals een zorgbuurthuis, als mogelijke oplossing voor de toenemende zorgvraag én huisvestingsproblematiek van ouderen en daarmee ook van gezinnen in Dinkelland?
- Ziet het college een behoefte aan dergelijke woonvormen?
- Zo ja, heeft het college hier met (thuis)zorgorganisaties, woningcorporatie of initiatiefnemers over gesproken of is het college hiertoe bereid?
- Zo nee, waarom niet?
- In hoeverre is het mogelijk dat de gemeente een initiatief- of faciliterende rol in het realiseren van passende woonvormen voor ouderen, zoals een zorgbuurthuis, oppakt?