Stop afvalwater Twente: de lozing moet onmiddellijk stoppen: handhavingsverzoek naar de minister !

“Er is zoveel mis en onzeker m.b.t. de injectiebuizen in N.O. Twente, dat het zeer onverantwoord, eigenlijk zelfs crimineel is wanneer de NAM de injecties van afvalwater weer gaat hervatten” , is de stellige overtuiging van Henk Steggink en Lucas Goldsteen, de technische leden van de Stichting Stop Afvalwater Twente (SSAT).
Van de 10 injectiebuizen zijn er eigenlijk nog maar 2 in gebruik, de rest is al buiten bedrijf gesteld om allerlei redenen. Er kan in Rossum hooguit nog één injectielocatie aan worden toegevoegd: ROW 7 aan de Tramweg, waar al sinds vele maanden onderzoek wordt gedaan naar de technische staat en de veiligheid.

“Volkomen onverantwoord”, aldus de verbolgen SSAT-leden. “Er is al jaren lang sprake van gaslekkage en bodemdaling. Door zwavelbacteriën is er zowel boven- als ondergronds onverwacht veel corrosie ontstaan. Honderden meters oude ijzeren gasbuizen liggen zonder beschermlaag al meer dan 40 jaar in de grond. Deze buizen worden niet of onvoldoende op corrosie (roest) gecontroleerd, waardoor er geen enkele zekerheid is dat de NAM op een verantwoorde en veilige manier kan blijven injecteren. En het gekke is dat zowel het Staatstoezicht op de Mijnen als de minister van EZK steeds maar weer het fiat geven aan de NAM om door te kunnen gaan met de injecties”.

Dat is ook de reden dat de stichting een handhavingsverzoek doet aan minister Blok van Economische Zaken en Klimaat om de lozing van het afvalwater op te schorten, niet (meer) toe te staan, dan wel direct volledig te stoppen.

De SSAT wijst in het handhavingsverzoek op de vele tekortkomingen en afwijkingen van de voorwaarden op basis waarvan destijds de vergunning is verstrekt aan de NAM. “De huidige gang van zaken is absoluut niet conform de vergunning en de daaraan voorafgaande milieu effect rapportage (MER). En de NAM blijkt hier gewoon al die jaren mee weg te komen. Dat moet stoppen, voordat het straks echt te laat is”, aldus de stichtingsleden.

De stichting stop afvalwater Twente vertegenwoordigd meer dan 30.000 bezorgde inwoners in het betrokken gebied die destijds een petitie hebben ondertekend waarin werd aangedrongen op beëindiging van de injecties. Zowel de Provincie Overijssel als alle N.O. Twentse gemeentebesturen zijn dezelfde mening toegedaan, terwijl er tevens de afgelopen weken in de Tweede Kamer meerdere keren vragen over zijn gesteld aan minister Blok.

 

Hieronder de brief aan het ministerie:

Aan de Minister en de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
de heer drs. S.A. Blok en mevrouw D. Yesilgöz-Zegerius
Bezuidenhoutseweg 73
2594 AC  DEN HAAG

 

 

Vasse, 18 november 2021

Onderwerp:  Handhavingsverzoek tegen het injecteren van afvalwater

door de NAM in Noord-Oost Twente.

Geachte Minister Blok / geachte Staatssecretaris Yesilgöz-Zegerius,
Wij zijn als Stichting Stop Afvalwater Twente (S.S.A.T.) een Burgerinitiatief in Twente, waar al jaren (tegen de wil van ons, tegen de wil van het overgrote deel van de bevolking en tegen de wil van alle gemeentebesturen van Noordoost Twente) vervuild NAM-afvalwater wordt geïnjecteerd in lege gasvelden.
De Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) is voornemens binnenkort de injectie van het afvalwater van de oliewinning in Schoonebeek in lege gasvelden Twente te hervatten.
Wij vragen u met dit handhavingsverzoek om het injecteren van dit afvalwater op te schorten, niet toe te staan, dan wel direct volledig te stoppen.
In de afgegeven vergunningen staat onder de ontheffing wet milieubeheer (Lozingenbesluit bodembeheer; zie bijlage 1) dat ongewone voorvallen met consequenties voor het milieu gemeld dienen te worden. Dit houdt in, dat deze voorvallen dan ook moeten worden gemeten, onderzocht en gerapporteerd. Passende maatregelen dienen vervolgens te worden genomen. Deze metingen, die volgens de vergunningen worden gevraagd, worden echter niet gedaan.
Deze injectie van afvalwater is daardoor niet conform de voorschriften van de daartoe afgegeven vergunningen, zoals hierna gespecificeerd:

  1. Ten aanzien van de gebroken buis bij ROW-2

Er zijn volgens de review op het rapport van de NAM (‘Review of ROW2 well integrity investigation May 2021 EP202104200659) te weinig metingen gedaan om met enige zekerheid iets te kunnen zeggen over de oorzaak van de breuk van ROW-2. Er worden nog steeds geen aanvullende metingen gedaan, zoals deze worden aanbevolen in de review (zie bijlage 2). Deze review was de achtergrond voor het verscherpte toezicht op de NAM. De kans op herhaling bij een andere put, zonder dat dit tijdig wordt opgemerkt, blijft daardoor bestaan.

2. Er zijn geen relevante metingen om de hoedanigheid van de casing van ROW-7 in het gasveld te kunnen beoordelen, terwijl deze put niet ver van ROW-2 ligt. De laatste meting was slechts tot aan het gasveld, waar men injecteert. Er zijn dus geen recente metingen in het waterinjectieveld zelf.

3. ROW-7 lekt al vanaf de aanleg van deze put aanzienlijke hoeveelheden gas. De hoeveelheid methaan in de samenstelling van dit gas blijkt in de loop der jaren gestaag toe te nemen, hetgeen duidt op aanvulling van dit gas uit het Zechstein (zie bijlage 3). Er zijn meer redenen, zoals de vele moeilijkheden bij de aanleg van de putten en de toename van de gasconcentratie in de bovenliggende lagen, die wijzen op een gaslek uit de onderste gasvelden.

4.De cementlaag van de 7”-casing boven de packer van ROW-4 en ROW-5 is bij de aanleg niet beoordeeld, waardoor corrosie in dit stuk niet uitgesloten kan worden. Juist in deze putten wil men weer afvalwater gaan injecteren, terwijl er blijkbaar al bij aanvang van de gaswinning en nu nog steeds geen adequate metingen zijn gerapporteerd over de staat van deze buis.

5.De cementlaag in de bovenste lagen van ROW-7 is blijkens de gaslekkage onvoldoende, waardoor ook hier corrosie kan optreden. Op deze corrosie wordt niet gecontroleerd.

6.Wij hebben onder andere de weekrapportages van de aanleg van de putten van het Rossum-Weerselo-veld bestudeerd (zie bijlage 5; weekrapportages van ROW-7 als voorbeeld). Grote delen van de buizen (casings) van de verschillende putten zijn niet van cement voorzien (zie bijlage 4), waardoor corrosie daar vrij spel heeft. Er worden geen metingen, zoals buisdiktemetingen en metingen naar put-corrosie, gedaan om de staat van deze buizen (die al meer dan 40 jaar oud zijn) te controleren. Bij aanvang werd de levensduur van deze buizen geschat op 30 jaar. Hier bestaat een risico op lekkage van gas en andere stoffen uit het Zechstein reservoir, zoals dat nu bij ROW-7 geconstateerd wordt.

7.De jarenlange overschrijding van de kooldioxideconcentratie van het afvalwater, dat in gasvelden wordt geïnjecteerd, vormt een risico op aantasting van deze velden, met verzakkingen tot gevolg. Bovendien kan daarmee het haliet bereikbaar worden voor het water en daarmee oplossen, waardoor de verzakkingen verergeren. Daarnaast tast de CO2 de stalen buizen en de cementlaag aan. Er zijn nog geen maatregelen genomen om deze hoge CO2 concentratie te voorkómen.

8.Noch het gaslek, noch de slechte staat van de verbuizing van meerdere putten in het Rossum-Weerselo-veld is bij de aanvraag van de vergunning aan het bevoegd gezag gemeld; zo is uit onze navraag gebleken. Dit is tegen de milieuvoorschriften van deze zelfde vergunningen, waardoor deze vergunningen in feite niet afgegeven hadden moeten worden.

9.De stoominjectie leidt onvermijdelijk tot vrijkomen van watersofsulfide en kooldioxide. De verdergaande corrosie door CO2 en micro-organismen (zwavelbacterieën), waardoor de NAM bovengronds inmiddels vrijwel alle buizen al

heeft moeten coaten dan wel vervangen, heeft ten aanzien van de putlocaties en de injectiebuizen zelf onvoldoende tot niet geleid tot aanpassingen. Er bestaan in deze deels meer dan 40 jaar oude (gas-)buizen meerdere punten, die nog nooit zijn ‘bekeken’. Dit vormt een gevaar op verdere lekkage.

10.De bodemdaling aan de oppervlakte boven het gasveld is met wisselende meetresultaten niet eenduidig te interpreteren. Waterpassing geeft geen bodemdaling aan; recente metingen volgens de bodemdalingskaart 2.0 (sky-geo) laten juist wel bodemdaling zien ten opzichte van de omgeving. Dit kan wijzen op verdergaande inzakking van het waterinjectieveld.

Door bovenstaande punten ontstaat er bij verdergaande injectie een gevaarlijke situatie, waarbij gas- en waterlekkage kunnen leiden tot aantasting van het bovengrondse milieu en zelfs de drinkwatervoorziening. Dit is niet conform de vergunningen, die bepalen dat milieueffecten gerapporteerd moeten worden en dus ook gemeten moeten worden.
Overigens geldt deze verplichting tot adequate metingen om de gevolgen van het injecteren van het afvalwater te monitoren ook volgens het Besluit Activiteiten Leefomgeving (Bal), waarin de specifieke zorgplicht voor milieubelastende activiteiten omschreven staat in artikel 2.11.
Gelet op hetgeen wij hiervoor geschetst hebben en met bijlagen geschraagd, vragen wij u hierbij niet zonder nadruk om het injecteren van afvalwater in lege gasvelden in Twente door de NAM op te schorten, niet toe te staan, dan wel direct volledig te stoppen.
Indien daaraan bij U behoefte bestaat, zijn wij gaarne bereid om in een persoonlijk onderhoud onze zorgen en onze argumenten nader toe te lichten.

Uw reactie zien wij met belangstelling tegemoet.
Hoogachtend,
namens Stichting Stop Afvalwater Twente
Freddy Mensink (voorzitter).

Bij deze brief horen de volgende bijlagen

Bijlage 1  bij handhavingsverzoek S.S.A.T. d.d. 18/11/2021
In de vergunning staat:
Onder ongewoon voorval in de zin van artikel 17.1 van de Wm moet naar het oordeel van de
Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State in eik geval worden verstaan: elke gebeurtenis in een inrichting, ongeacht de oorzaak van die gebeurtenis, die afwijkt van de normale bedrijfsactiviteiten.
Dit begrip omvat derhalve zowel storingen in het productieproces en storingen in de voorzieningen van de inrichting, alsook ongelukken en calamiteiten.
Van belang Is dat het ongewoon voorval nadelige gevolgen voor het milieu moet hebben veroorzaakt of dat deze gevolgen dreigen te ontstaan. Het gaat dan niet alleen om zeer ernstige nadelige gevolgen: elke vorm van nadelige gevolgen voor het milieu Is aan de orde.

Wat moet u doen?
Als Zich een ongewoon voorval voordoet dat nadelige gevolgen voor het milieu heeft veroorzaakt of dreigt te veroorzaken, moet de vergunninghouder (degene aan wie de vergunning is verleend, danwel degene die feitelijk de Inrichting drijft):

  • Onmiddellijk de maatregelen treffen die redelijkerwijs van hem kunnen worden verlangd om de gevolgen van die gebeurtenis te voorkomen of, voor zover die gevolgen niet kunnen worden voorkomen, zo veel mogelijk te beperken en ongedaan te maken. Niet alleen dient u zelf maatregelen te nemen, u dient ook meteen zonodig de hulpdiensten in te schakelen, zoals brandweer, ambulance en politie.
  • Zo spoedig mogelijk het voorval melden bij de Provincie Overijssel via het Meldpunt Overijssel, telefoonnummer 038 425 24 23. “Zo spoedig mogelijk” betekent dat u de provincie in kennis moet stellen zodra dit kan. Wij gaan er daarbij van uit dat een melding binnen een half uur gedaan moet worden. Ten slotte dient u aan de Provincie Overijssel te melden
  • Zodra deze bekend zijn, de gegevens met betrekking tot:
  1. de oorzaken van het voorval en de omstandigheden waaronder het voorval zich heeft

voorgedaan;

  1. de ten gevolge van het voorval vrijgekomen stoffen, alsmede hun eigenschappen;
  2. andere gegevens die van belang zijn om de aard en de emst van de gevolgen voor het milieu

van het voorval te kunnen beoordelen;

  1. de maatregeien die zijn genomen of worden overwogen om de gevolgen van het voorval te

voorkomen, te beperken of ongedaan te maken;

  1. de maatregelen die worden overwogen om te voorkomen dat een zodanig voorval zich nogmaals kan voordoen.

Bijlage 2  bij handhavingsverzoek S.S.A.T. d.d. 18/11/2021
Aanbevelingen aan de exploitant volgens de review op de gebroken buis bij ROW-2

  • Kunnen er andere verbeteringen in het controleprotocol worden aangebracht?

◦ De exploitant moet verschillende risico’s van gebeurtenissen voorstellen en een controleprotocol ontwikkelen om na te gaan wanneer elk van deze gebeurtenissen waarschijnlijk is.

◦ Putten moeten worden gecontroleerd op vloeistofniveaus in de annulus en op oppervlaktedrukken (echometer akoestische methoden kunnen geschikt zijn voor het laatste), en periodiek op integriteit worden getest (ik leid af dat dit in het protocol stond, maar ik heb geen systematische analyse van de resultaten gezien)

◦ Druktesten tussen de annulus en de binnenkant van de buis moeten worden ingesteld

◦ De reservoirdruk zou op verschillende afstanden van de injectoren kunnen worden gemeten om modellen voor het drukgedrag van het reservoir te valideren en vloeistoffen te traceren; er zouden periodieke drukvaltests kunnen worden uitgevoerd en geanalyseerd met behulp van transducers bij het reservoir

◦ vloeistoffen kunnen voor bemonsteringsdoeleinden van een label worden voorzien om de stromingstrajecten te bepalen en de bron van de bemonsterde vloeistoffen te identificeren; dit levert harde gegevens op voor het geval de integriteit verloren gaat

◦ De manometers moeten onder de vloeistofniveaus worden geplaatst (ik verwijs naar de opmerking “het vloeistofniveau bleef zelfs onder de diepte waarop de drukmeter in het boorgat was geïnstalleerd” in het verslag

◦ Injectiviteitstests zijn alleen nuttig indien zij naar behoren worden uitgevoerd – en moeten, gezien de onzekerheden en het meerfasige karakter en de onzekere bevochtigingsgraad van de betrokken formaties, worden vervangen door interferentietests of monitoring van de druk weg van de injectoren of tussen de injectoren onderling. monitoring van de snelheid en de oppervlaktedruk om te voorkomen dat de druk te hoog wordt in de nabijheid van de put, zou, indien dit wordt gedaan, passend en veilig lijken.

◦ Ik juich de aanbeveling voor dagelijkse controle van de annulusdruk toe

◦ Onder verwijzing naar EP201605213540 moet de temperatuurregistratie van         ◦ injectoren om de intredepunten van vloeistoffen (of lekken) te identificeren, verscheidene keren na het afsluiten worden uitgevoerd, en niet slechts één keer, om de thermische terugwinning als functie van de tijd te controleren.

◦ De inwendige diameter van de buizen kan worden gecontroleerd met een caliper, om zoutkruip vast te stellen, en door een stijf “varken” door de buis te laten zakken, om te controleren of de buizen zijn gebogen.

◦ Belemmeren vernauwingen in de leidingen de doorstroming? – Stapsnelheidstesten kunnen veranderingen in de stroomkarakteristieken van de buizen aan het licht brengen… ernstige beperkingen kunnen kleine drukverlagingen veroorzaken

◦ Volg het door Ellsworth aanbevolen stoplichtproces voor risicobeperking

Bijlage 3  bij handhavingsverzoek S.S.A.T. d.d. 18/11/2021

Volgens de meting van de samenstelling van het gas uit het gaslek bij ROW-7 in 1977 bleek het aardgas  voor tweederde deel uit methaan en voor een derde deel uit ethaan (en een klein deel C3+) te bestaan (zie file:///tmp/mozilla_lucas0/NLOG_GS_PUB_3197_IG1823008_ROW-07-S1.PDF). Er werd toen geconcludeerd dat dit gas uit het Trias afkomstig moet zijn.

Volgens de antwoorden op de vragen uit de webinar van 7 juli 2021 spreekt men nu van gas afkomstig uit het Bentheimer zandsteen:

“De samenstelling van dit gas is zeer verschillend van het aardgas dat oorspronkelijk gewonnen werd. Het ontsnappende gas bevat geen zwavelwaterstof. Het gas is vermoedelijk afkomstig uit de ondiepere Bentheimer zandsteen en dus niet uit het reservoir. Deze zandsteenlaag bevindt zich in put ROW-07 op een diepte van 156-194 m (langs het boorgat gemeten; zie NLOG.nl).”

Het gas uit deze laag heeft een methaan : ethaan verhouding van ongeveer 4 : 1 (zie Drilling data log onder de kop ‘Documenten’ van ROW-10 op nlog.nl https://www.nlog.nl/nlog/requestData/nlogp/allBor/metaData.jsp?tableName=BorLocation&id=106520012);

Dat wil zeggen dat het methaan-gehalte van het lekgas duidelijk toeneemt. Dit methaan kan heel goed afkomstig zijn uit het Zechstein-veld, waarmee aannemelijk wordt dat het gas uit dit Zechstein naar boven lekt.

Dat er nog geen zwavelwaterstof wordt gemeten komt omdat dit gas relatief goed wateroplosbaar is en zich dus met een vertraging naar boven verplaatst.

Bijlage 4  bij handhavingsverzoek S.S.A.T. d.d. 18/11/2021
Wij hebben onderzoek gedaan naar de weekrapportages van de aanleg van de verschillende putten van het Rossum-Weerselo-veld.
Een deel van de bevindingen uit de weekrapportages van de aanleg van de verschillende putten van het Rossum-Weerselo-veld staat in onderstaande tabel. In de afzonderlijke bijlage vindt u wat wij zagen in de weekrapportage van de nu omstreden put ROW-7, waar ook het gaslek zit. Geen gecementeerde casing van-tot (langs de buis)

ROW-1          Geen gegevens       1943   Diepte casing langs boorgat 748 m

ROW-2          590-675 m              1955   Diepte casing langs boorgat 1174 m

ROW-3          795-1140 m             1968   Diepte casing langs boorgat 1825 m, geboord tot 2453 m. veel problemen rond 700 m en 1000 m

ROW-4          250-270 m, verder volledig gecementeerd        1971   Geboord tot 2193 m, plug onder ZEZ2C op 1440 m. Zechstein 2 gasvelden geperforeerd. Geen CBL 7”casing boven packer.

ROW-5          251-305 m / 805-860 m      1972   Casing tot 1382 m. Moeilijk boren boven Zechstein. Geen CBL 7” casing boven packer.

ROW-6          1120-1414 m            1976   Liner tot 2256 m. Veel moeilijkheden met boren bij stuk tot 623 meter

ROW-7          Volledig gecementeerd      1977   Liner tot 2246 m. Veel moeilijkheden bij boren. Slechte cementlaag in bovenste honderden meters Gaslekkage c- en d- annulus.

ROW-8          Geen informatie       1978   Liner tot 2410 meter, moelijk bij Tubbergen formatie. GD boven Zechstein. Lek tijdens werkaamheden

ROW-9          Geen informatie       1978   Moeilijkheden bij 900 tot 1000 m. Liner tot 2393 m.

ROW-10        Geen informatie       1996   Duidelijke GD in Muschelkalk en Triasgroepen.

 

 

 

 

 

 

< Vorig / Volgende bericht >

Gerelateerde berichten

Open Brief Stop Afvalwater Twente

Open Brief Stop Afvalwater Twente

Vasse, 10 november 2022 Geachte toezichthouders van SodM, waarnemers van het KNMI, Twente is gebaa...

Lees verder >
NAM steeds verder in ‘de put’

NAM steeds verder in ‘de put’

Het bericht dat de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) volgend jaar toch weer afvalwater in de T...

Lees verder >
Noordoost-Twentse gemeenten roepen opnieuw op om afvalwaterinjectie Twente stop te zetten

Noordoost-Twentse gemeenten roepen opnieuw op om afvalwaterinjectie Twente stop te zetten

De Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) injecteert afvalwater in Twentse bodem. De Noordoost-Twen...

Lees verder >